Capoeira
Capoeira is een spectaculaire, Braziliaanse gevechtskunst. Een mix van aanvals-en verdedigingsbewegingen, acrobatie, lenigheid, evenwicht, muziek en ritme.
De oorsprong van capoeira ligt in het koloniale verleden van Brazilië. Meer dan 3 miljoen Afrikaanse slaven werden naar Brazilië gebracht door de Portugezen. Ze werden uit hun land weggehaald, maar hun cultuur en hun verlangen naar vrijheid kon niet worden weggenomen. Terwijl de vrijheidsdrang groeide, ontwikkelden deze mensen aanvals- en verdedigingstechnieken, om zich uiteindelijk te kunnen bevrijden uit de slavernij.
Natuurlijk mochten slaven geen vechttechnieken trainen, dus werden de bewegingen vermomd als een dans. Zo ontwikkelden deze slaven een manier om hun vechtkunst te beoefenen, gecombineerd met muziek, zang en dans.
Capoeira wordt gespeeld binnen de ‘roda’ (letterlijk: kring). Dit is ook een manier om het gevecht verborgen te houden; men ziet niet wat er zich binnen de kring afspeelt.
De mensen in deze kring zijn andere capoeiristas die wachten om ook te spelen, en toeschouwers. Van iedereen wordt verwacht energie aan de roda te geven in de vorm van klappen en zingen als antwoord op de leider van de roda.
Hoewel capoeira dus een onschuldige dans kan lijken, beoefenen capoeiristas eigenlijk dodelijke vechttechnieken. In 1823 kwam er dan ook een Decreet die rodas op publieke pleinen verbood en vanaf 1889 kwam er een wet die capoeira geheel in de illegaliteit plaatste. Je kon tot 6 maanden gevangenisstraf krijgen als je betrapt werd op het gebruiken van capoeiratechnieken...
De man die hier verandering in bracht was Mestre Bimba (1900-1974): hij opende in 1932 een school in Salvador de Bahia, waar hij "Luta regional baiana" onderwees. Dit was capoeira, maar hij introduceerde ook bewegingen uit andere gevechtssporten, zoals boxen, jiu jitsu en batuque in de capoeira. Vanaf 1940 werd het verbod op capoeira afgeschaft en werd de stijl van Mestre Bimba "capoeira regional" genoemd.
In 1942, opende ook Mestre Pastinha (1889-1981), een andere belangrijke meester in de geschiedenis van capoeira een school, die hij hij Centro Esportivo de Capoeira Angola, noemde. Zo werden de twee grote stromingen in de capoeira geboren: capoeira regional, de atletische vorm van capoeira zoals bedacht door Mestre Bimba en de capoeira angola, een meer traditionele vorm, lager bij de grond, zoals onderwezen door Mestre Pastinha.
In 1953 traden Mestre Bimba en zijn leerlingen op in het presidentiële paleis in Salvador voor de toenmalige president van de Republiek, Getulio Vargas. Vargas heeft die dag gezegd dat capoeira de enige echte nationale sport is van Brazilië. Vanaf dat moment werden capoeirademonstraties gehouden in clubs, scholen of theaters, en van een marginale sport evolueerde capoeira naar een sport die aandacht kreeg van politici, intellectuelen, artiesten en het brede publiek. Vandaag de dag is capoeira een onderdeel van het schoolpakket op de meeste Braziliaanse scholen, wordt capoeira gebruikt als een instrument in allerlei integratie, re-integratie en andere programma's in het psycho-sociale en medische domein.
Capoeira Topázio
De internationale groep Capoeira Topázio werd opgericht door Mestre Dinho in Salvador de Bahia, op 29 maart 1988. Wat capoeira zo anders maakt van andere gevechtskunsten is dat elke groep een eigen stijl ontwikkeld heeft. De unieke stijl van de groep Topázio kan makkelijk herkend worden, waar ook ter wereld, omdat alle leerlingen dezelfde soort training krijgen, en alle leraren rechtstreeks of onrechtstreeks de trainingen van Mestre Dinho volgen. De leden van de groep hebben ook hetzelfde voor ogen: groeien, alsmaar beter worden en anderen “infecteren” met het capoeiravirus zodat meer en meer mensen de voordelen van capoeira gaan ontdekken, voor zichzelf op fysiek maar zeker ook op psychisch vlak.
Mestre Dinho
Raimundo Dos Santos (Mestre Dinho), wijdde zijn leven aan het onderwijzen en ontwikkelen van een technisch sterkere capoeira, waarbij hij technieken uit andere vechtsporten zoals judo en jiu-jitsu invoerde. Mestre Dinho predikt een gezonde levensstijl, gebaseerd op lichaamsbeweging en weg van alcohol, drugs en tabak. Zijn leerlingen zijn uitgeweken om capoeira te onderwijzen in verschillende landen, zoals Argentinië, de Verenigde Staten, Spanje, Mexico, Duitsland, Australië, Italië, Frankrijk, Zweden, Denemarken en Nederland, maar een keer per jaar (in december) komen ze nog steeds allemaal samen in Salvador, in de moederacademie op de Ladeira de Santana.
Mestre Dinho heeft geprobeerd het werk van Mestre Bimba voort te zetten. Mestre Bimba heeft in de jaren dertig, toen buitenlandse vechtsporten zich in Brazilië vestigden, nieuwe bewegingen in capoeira introduceerde, die culmineerden in de oprichting van de Luta Regional Baiana, nu bekend als als Capoeira Regional. Mestre Dinho gelooft dat capoeira nog verder kan evolueren, zonder zijn wortels en fundamenten te verliezen. Volgens hem heeft elke kunst de ander iets te bieden en kan capoeira, zonder vooroordelen, voortbouwen op de ervaring en effectiviteit van andere vechtsporten om een effectievere en toch unieke krijgskunst te worden. Tegelijk wil hij dat elke capoeirista "volledig" is: ook capoeira angola, muziek en folklore komen in de lessen aan bod.
Mestre Rudson
De zoon van Mestre Dinho, Mestre Rudson, werd vanaf het moment dat hij kon lopen geïntroduceerd in de wereld van de capoeira. Op 17-jarige leeftijd reisde hij de wereld rond als lid van de Braziliaanse band “Terra Samba”, waar hij de capoeira act verzorgde.
Later heeft hij ook meegedaan aan de Amerikaanse TV show “A Q viva”, met Jennifer Lopez, waar de groep onder leiding van Mestre Rudson bij de finalisten eindigde.
Sinds enkele jaren geeft hij continuïteit aan het werk van zijn vader en coördineert hij de groep, zowel in Brazilië als in Europa. Hij maakt van de groep een familie, waar iedereen zich thuis voelt.